2 Kronieken 22:11
Statenvertaling
Maar Józabath, de dochter des konings, nam Joas, den zoon van Aházia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, en zette hem en zijn voedster in een slaapkamer; zo verborg hem Józabath, de dochter van den koning Joram, de huisvrouw van den priester Jójada (want zij was de zuster van Aházia), voor Athália, dat zij hem niet doodde.
Herziene Statenvertaling*
Maar Josebat, de dochter van de koning, nam Joas, de zoon van Ahazia, en nam hem weg uit het midden van de koningszonen die ter dood gebracht werden, en bracht hem en zijn voedster naar de linnenkamer. En Josabat, de dochter van koning Joram, de vrouw van de priester Jojada – zij was namelijk de zuster van Ahazia – verborg hem voor Athalia, zodat zij hem niet doodde.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar prinses Jehosabat nam Joas, de zoon van Achazja, en voerde hem heimelijk weg uit de kring der prinsen die gedood werden en bracht hem en zijn voedster in de bergplaats voor de bedden. En Jehosabat, de dochter van koning Joram, de vrouw van de priester Jojada (zij was namelijk de zuster van Achazja) verborg hem voor Atalja, zodat deze hem niet doodde.
King James Version + Strongnumbers
But Jehoshabeath, H3090 the daughter H1323 of the king, H4428 took H3947 ( H853 ) Joash H3101 the son H1121 of Ahaziah, H274 and stole H1589 him from among H4480 - H8432 the king's H4428 sons H1121 that were slain, H4191 and put H5414 him and his nurse H3243 in a bedchamber. H2315 - H4296 So Jehoshabeath, H3090 the daughter H1323 of king H4428 Jehoram, H3088 the wife H802 of Jehoiada H3077 the priest, H3548 (for H3588 she H1931 was H1961 the sister H269 of Ahaziah,) H274 hid H5641 him from H4480 - H6440 Athaliah, H6271 so that she slew H4191 him not. H3808
Updated King James Version
But Jehoshabeath, the daughter of the king, took Joash the son of Ahaziah, and stole him from among the king's sons that were slain, and put him and his nurse in a bedchamber. So Jehoshabeath, the daughter of king Jehoram, the wife of Jehoiada the priest, (for she was the sister of Ahaziah,) hid him from Athaliah, so that she slew him not.
Gerelateerde verzen
Spreuken 21:30 | 2 Kronieken 23:1 | Psalmen 33:10 | 2 Koningen 11:2 | Ezechiël 40:45 - Ezechiël 40:46 | Psalmen 76:10 | 1 Koningen 15:4 | Jesaja 65:8 | 2 Samuël 7:13 | Handelingen 4:28 | 2 Kronieken 21:7